Een mobiele stadstuin voor Arnhem

Arnhem mag dan een ‘groene stad’ zijn, de titel wordt vooral gedragen door de groene setting en het stadse groen zoals de prachtige parken en andere publieke groenvoorzieningen. Arnhem is zeker nog geen groene stad als het gaat om in de stad gekweekte voedingsmiddelen zoals groenten en fruit. Dat kan beter.
Een blog over een stadstuin als bron voor lokale voeding, maar ook een plek om te verblijven, te leren, te ervaren.

Wat moet een stad met een stadstuin?
In deze tijd zijn wij gaten aan het vullen, gaten in begrotingen, gaten in onze binnensteden. Een grote leegte dreigt. Aan iedereen met een ‘te gek idee’ worden meters kantoor en lege plekken ter beschikking gesteld uit angst voor leegte. Want leegte is voor velen synoniem voor verloedering en achteruitgang. Onder één voorwaarde: als de plek weer exploitabel wordt, is het feestje voorbij.
Stedelijke grond is (of was) schaars en dat maakt(e) het tot een aantrekkelijk speculatie-artikel. Het beoordelen van het nut van de invulling van een plek in de stad werd gedomineerd door de zakcalculator. Met een deprimerende collectie aan DDR-achtig kantoorbeton in onze binnensteden tot gevolg.

De functionele stad voorbij
Steden zijn verworden tot ‘functies’, planologentaal voor dat alles een rendabel nut moet hebben. We kennen vervoerszones, verblijfsgebieden, vermaakcentra, transitiezones, werkgebieden en woonwijken.
Vooral de binnensteden zijn daarmee commerciële mono-culturen geworden. Kijken en kopen zijn hier vrijwel de enige functies. Publieke voorzieningen als bijvoorbeeld banken en openbaar groen worden zoveel mogelijk weggelaten, daar zijn terrassen voor. Gevels zijn billboards geworden, voetgangerszones tot transportzones van winkel naar parkeergarage of vervoersknooppunt.
Wat ooit ‘het stedelijk publieke domein’ werd genoemd is nu een zone voor winstoptimalisatie, belegging en speculatie. Vermaken mag, maar niet zonder portemonnee.

De stadstuin als vruchtbare bodem voor samenwerking en ontmoeting
Een stadstuin is meer dan een ‘stukje groen’ in een versteende omgeving of een tijdelijke opvulling van niet renderende grond.
Naast een leverancier van local food aan bewoners en horeca, is een stadstuin een ontmoetingsplek voor alle generaties. De ervaringen in Berlijn leren dat jong en oud, alleenstaand en gezin, zich aangetrokken voelen tot de groene oase. Wat beleidsnotities over integratie van verschillende generaties niet voor elkaar krijgen, lijkt dit soort plekken wel te lukken. Voor kinderen een autovrije, groene speelplaats, voor ouderen een plek om bij te komen, voor jongeren om anderen te ontmoeten of de laptop open te klappen, voor studenten om het huiswerk te maken, en natuurlijk voor alle generaties: om lekker met groene vingers bezig te zijn. Want zoveel is duidelijk, de Berlijnse stadstuin Prinzessinnengarten is mogelijk dankzij maar liefst 1.500 betrokken vrijwilligers die hun tijd besteden aan werken in het groen, werken aan een leefbare plek in de stad. 1.500 inwoners van een stad die, naast de tienduizenden bezoekers, plezier beleven aan een relatief kleine openbare plek.
De Berlijnse stadstuin is zo opgebouwd dat deze relatief eenvoudig kan worden verplaatst. Alles is in tonnen en zakken geplant. Niet in de laatste plaats omdat de bodem vervuild was. Ondanks deze tijdelijke opbouw zeggen ook de initiatiefnemers dat een bepaalde vaste tijdelijkheid wel helpt om betrokkenheid bij de buurt op te bouwen en vorm te geven aan een goed draaiende organisatie.


Roofgarden Arnhem, zomer 2012

Roofgarden Arnhem, een voorloper van de stadstuin?
Nog steeds wordt met weemoed gesproken over Roofgarden Arnhem, op parkeergarage Langstraat in de Arnhemse binnenstad. Met verlangen wordt weer uitgekeken naar de volgende editie.
Wat Roofgarden Arnhem heeft laten zien is dat zo’n plek succesvol kan zijn. Niet in de laatste plaats door de inzet van social media.
Het had meerdere functies. In amper 5 weken, werd het de plek voor groenteelt, co-workspot, alternatieve energie, zonnige luierplek, lokatie om een (zakelijke) afspraak te maken of een receptie te geven. Een plek voor sportbeoefening, voor film kijken, voor dansen, voor een lekkere ‘dakhap’, voor een presentatie.
Een plek dus die beantwoordt aan een aantal criteria van de ‘Broncode van Berlijn‘ alsook de voorwaarden voor serendipiteit. Initiatieven als Roofgarden Arnhem, PopupKlup, een fooddesign-festival, een groen educatiecentrum, een urban cinema, een stadstuin brengen mensen samen die in de huidige versteende sociale infrastructuur gesegmenteerd wonen, werken en recreëren. De kans op de toevallige ontmoeting, zo nodig voor een levende stad, wordt in deze ‘tijdelijke’ culturen sterk vergroot.

Horeca maakt het financieel mogelijk
Het kenmerk van deze tijd, wat velen nog hoopvol ‘de crisis’ noemen, maar veel verder gaat dan dat, is dat vastzittende structuren niet veranderen, maar afbrokkelen en verdwijnen. ‘Ont-regelen’ is geen exclusief liberaal domein meer. Immers waar ontregelen ooit ‘de-reguleren heette, om het bedrijfsleven meer ruimte voor winstgevende activiteiten te geven, gaat het bij ‘ont-regelen’ om het selectief loslaten van regelgeving om de stad en haar inwoners weer lucht te geven, lucht om ‘hun’ stad weer mede vorm te geven.
Met een opdrogende subsidiepotten moet diezelfde burger ook meer ruimte worden gegund voor het verwerven van inkomsten om zijn initiatieven mogelijk te maken.
Horeca is in Berlijn, en niet alleen daar, de financiële kurk waar mooie publieke projecten op drijven. Van overheden mag worden verwacht dat ze alles uit de kast halen om dit mogelijk te maken.


Een mogelijke plek voor de stadstuin.

Een stadstuin in de Arnhemse binnenstad
Waar zou zo’n tuin dan moeten komen? Arnhem kent meerdere plekken waar dit mogelijk is. Zo zijn er in Arnhem-Zuid diverse plekken voor een dergelijk initiatief.
Er is ook een bijzondere plek voor een stadstuin in het hart van de stad: tussen winkels, huizen, kantoren, horeca en vervoer. Het zou een eerste stap kunnen zijn om de mono-cultuur in de binnenstad te doorbreken en het centrum nieuwe energie te geven. Het Coehoorngebied (bij Arnhem CS en achter Hotel Haarhuis) is zo’n plek. Ooit gedacht als een A-lokatie voor kantoren en appartementen, nu een zielloos gebied. Een gebied dat zich kenmerkt door volstrekte onsamenhangendheid en stedenbouwkundige uitzichtloosheid. Er is geen optische samenhang, maar ook enige sociale cohesie ontbreekt.

Kansen voor samenwerking
Naast andere mogelijkheden in dit gebied, kan een stadstuin weer energie brengen in deze stedenbouwkundige ‘Bermuda-driehoek’.
Een stadstuin kan ook een bindende factor in het gebied worden, waar de buurt weer met elkaar in contact komt, leunend op de schoffel.
Bedenk ook de mogelijkheden van de horeca en hotels in dat gebied, die een bijzondere openbare ruimte erbij krijgen op loopafstand. De stadstuin kan nieuwe vormen van samenwerking opleveren.
Tijd dus om ‘stedenbouw’ weer te gaan zien als het sleutelen aan het sociale weefsel van de stad, aan hoe mensen willen wonen, werken en leven en te zien als leefgemeenschap in plaats van zone voor winst en speculatie.

Leestips:
– Engagement als antwoord op krimp (Ruimtevolk)
– Arnhem schept ruimte (Ruimtevolk)
– Wat maakt de stad aantrekkelijk voor startups? (Bureau De Bruijn)
– We plannen stenen waar we mensen moeten zien (Bureau De Bruijn)